De cognitieve capaciteiten test maakt deel uit van de sollicitatieprocedure van de brandweer. Deze test meet je intelligentie, en kijkt hoe goed je bent in het herkennen van patronen en verbanden. Eigenlijk is de brandweertest dus een soort IQ-test.
De test maak je op de computer. Het bestaat uit drie onderdelen: Cijferpatronen, Letterpatronen en Woordrelaties. Voordat je elk onderdeel maakt, krijg je eerst een paar oefenvragen. Deze tellen niet mee tellen met de uiteindelijke score.
De vragen in de cognitieve capaciteitentest kunnen moeilijk zijn. Door te oefenen zal je merken dat je de vragen steeds sneller en beter op kunt lossen. Je leert hoe je de vragen het best kunt benaderen, en ziet sneller bepaalde verbanden en patronen. Oefenen zal je dus zeker helpen met het behalen van een goede score op de brandweertest.
Cognitieve capaciteitentest brandweer: Cijferpatronen
In het onderdeel Cijferpatronen krijg je cijfers te zien verdeeld over een aantal vakken. De cijfers vormen onderling een patroon. In elke vraag is één vakje leeg, en aan jou is het de taak om hier het juiste cijfer in te vullen door het patroon te ontrafelen.
Voorbeeld Cijferpatronen-vraag. Klik op de afbeelding voor een gratis Brandweer-oefentest!
Het juiste antwoord is 3 & 12. In elke kolom worden de bovenste twee getallen vermenigvuldigd om tot het onderste getal te komen.
Cognitieve capaciteitentest brandweer: Letterpatronen
Het onderdeel Letterpatronen is vergelijkbaar met cijferpatronen. In dit onderdeel zie je letters in een bepaald patroon in wakker. Er worden twee letters weggelaten die je moet invullen door het patroon te ontdekken.
Voorbeeld Letterpatronen-vraag. Klik op de afbeelding voor een gratis Brandweer-oefentest!
Het juiste antwoord is L & E. De E verschuift steeds van boven naar beneden, en de andere letter verandert op alfabetische volgorde, waarbij steeds één letter wordt overgeslagen.
Cognitieve capaciteitentest brandweer: Woordrelaties
In het onderdeel Woordrelaties krijg je steeds twee woordparen te zien. Een woordpaar bestaat uit twee woorden die onder elkaar staan. De beide woordparen hebben steeds hetzelfde verband, en bij één woordpaar mist een woord. Het is aan jou om het verband te vinden en op basis daarvan het juiste woord te kiezen uit de vier antwoordmogelijkheden.
Voorbeeld Woordrelaties-vraag. Klik op de afbeelding voor een gratis Brandweer-oefentest!
Het juiste antwoord is A. Vleugels maken vliegen mogelijk; benen maken lopen mogelijk.
Cognitieve capaciteitentest brandweer: Ruimtelijk inzicht
Bij het onderdeel Ruimtelijk inzicht krijg je een uitgevouwen of opgevouwen kubus te zien. Een aantal van de zes vlakken is beschilderd met een bepaald patroon. De kubus kan op allerlei wijzen worden gedraaid, maar de beschildering op de vlakken blijft gelijk. De bedoeling is om uit de vier antwoordmogelijkheden één kubus te kiezen die hetzelfde is als de gegeven kubus.
Voorbeeld van een Ruimtelijk inzicht-vraag. Klik op de afbeelding voor een gratis Brandweer-oefentest!
Het juiste antwoord op de bovenstaande voorbeeldvraag is A. Zie het onderstaande plaatje voor uitleg. Met de gekleurde cirkels kun je de vlakken met elkaar vergelijken die aangrenzend moeten zijn.